De V&D stopt ermee: een faillissement vanuit werknemers- en consumentenperspectief

Door: Marije Senne[1]

Met het recente faillissement van de V&D zijn de rechten en plichten van schuldeisers in faillissement opnieuw actueel geworden. De schuldeisers van de V&D worden tezamen geschat vorderingen te hebben ter waarde van een slordige honderd miljoen euro.[2] Echter niet alleen hun belangen maar ook de onzekerheid die onder hen verkeert is groot. Onder deze schuldeisers vallen niet alleen leveranciers en verhuurders met enorme openstaande vorderingen, maar natuurlijk ook de duizenden werknemers die zich afvragen of zij nog moeten komen werken en of zij hun loon nog wel uitbetaald zullen krijgen. En wat als je net enkele weken geleden een nieuw horloge bij een inmiddels failliet bedrijf hebt gekocht en deze nu al kapot is? Kun je hier nog mee terug gaan? En wat kun je doen als jouw televisie ten tijde van het uitspreken van het faillissement nog bij de failliete winkel ligt ter reparatie? Deze en andere vragen zullen worden beantwoord in dit artikel.

Faillissement van je werkgever
Stel nu dat je naast je studie een bijbaantje hebt in een Amsterdams filiaal van een bekend modeconcern. Op enig moment hoor je in de wandelgangen dat het faillissement is uitgesproken en er een curator is aangesteld. Nadat je van de schrik bent bijgekomen vraag je je af of dit betekent dat je morgen kunt uitslapen of dat je gewoon moet komen werken. Allereerst geldt dat arbeidsovereenkomsten niet automatisch eindigen met het intreden van een faillissement. De curator zal de arbeidsovereenkomsten eerst moeten opzeggen. De curator heeft daarvoor geen ontslagvergunning nodig. Daarnaast zijn er bij de opzegging geen transitievergoedingen verschuldigd en zijn de regels betreffende overgang van onderneming niet van toepassing.[3] Als werknemer ben je bij een faillissement van je werkgever dus van veel van het beschermende arbeidsrecht ontdaan. Zolang de curator niet opzegt loopt je arbeidsovereenkomst gewoon door, dit uiteraard tenzij je zelf opzegt. In de meeste gevallen zal de curator de arbeidsovereenkomsten echter direct opzeggen. De personeelskosten zijn voor veel bedrijven immers een van de grootste kostenposten. Daarbij dient de curator een opzegtermijn van zes weken in acht te nemen, tenzij de contractuele of wettelijke opzegtermijn korter is.[4] Je bent in deze periode, behoudens tegenbericht van de curator, dus gewoon nog verplicht om te komen werken. Er zijn echter gevallen denkbaar waarin de curator niet direct opzegt en je nog langer zult moeten werken. Denk aan het geval dat er nog een bepaalde opdracht moet worden afgemaakt of er geanticipeerd wordt op een doorstart. Uiteraard kun je dan wel zelf – tegen maximaal zes weken opzegtermijn – opzeggen.[5] Indien je meteen een nieuwe baan vindt en je nieuwe werkgever wil dat je al voor het einde van je opzegtermijn begint, is het aan te bevelen met de curator in overleg te treden of deze bereid is de opzegtermijn in jouw geval te verkorten.

Maar hoe zit het nu met de vorderingen die je nog hebt op jouw – inmiddels failliete – werkgever? Hierbij kun je natuurlijk denken aan je salaris maar ook aan je achterstallige vakantiegeld en eventuele bonussen. In de Werkloosheidswet is voor die gevallen een loongarantieregeling opgenomen.[6] Daarin is neergelegd dat het UWV als uitvoerende instantie het achterstallige loon over dertien weken voorafgaand opzegdatum aan je zal voldoen.[7] Ook het loon over de opzegtermijn zul je van het UWV verkrijgen.[8] Onder het loonbegrip vallen onder meer ook eventuele onkostenvergoedingen, dertiende maand en bonussen. Vakantiegeld zal door het UWV met een maximum van een jaar voorafgaande aan de dag van de opzegging worden voldaan.[9] Het UWV zal dit alles weer proberen te verhalen op de failliete boedel. Maar hoe zit het dan met je andere vorderingen? Bijvoorbeeld wanneer je werkgever al een half jaar – en dus langer dan de dertien weken die het UWV betaalt – je loon niet heeft voldaan? Voor dit restant heb je dan een preferente vordering.[10] Je kunt daarvoor je vordering indienen bij de curator. Deze preferentie geldt echter alleen maar voor het loon over het lopende en het voorafgaande kalenderjaar te rekenend vanaf de dag van de opzegging. Dit houdt in dat je in rangorde boven de gewone (concurrente) schuldeisers staat. Dit wil echter geenszins zeggen dat je dit ook betaald zal krijgen. Het uitkeringspercentage aan concurrent schuldeisers in veel gevallen zeer laag of zelfs nul. Doorgaans gaat het grootste deel van de opbrengst naar schuldeisers met een zekerheidsrecht (meestal de bank). Vorderingen ontstaan ná datum faillissement, dus bijvoorbeeld het loon over de periode dat de curator je na faillissement nog laat doorwerken, heeft te gelden als een boedelschuld.[11] Voor deze vordering geldt dat deze in principe zonder afwikkeling van het faillissement en voor overige (faillissement)schulden zal worden voldaan. Wat de loonvordering betreft wordt dat men name interessant voor zo ver je langer dan de zes weken opzegtermijn doorwerkt en je dus niet langer aanspraak maakt op de loongarantieregeling. Wel dient daarbij bedacht te worden dat er ook andere boedelschulden zullen zijn, zoals het salaris van de curator, en dat ook tussen deze schulden een onderlinge rangorde bestaat. Het is in dat kader dus niet verstandig om zonder enige vorm van garantie van de curator langer dan de opzegtermijn te werken. Overige vorderingen, zoals vorderingen die de in art.3:288 sub e BW genoemde termijn overschrijden, vorderingen tot schadevergoeding maar ook eventuele cadeaubonnen die je nog in je bezit hebt, zijn concurrente vorderingen.[12]

Faillissement van een verkoper
Het is niet alleen vervelend wanneer de failliete onderneming jouw werkgever is, ook in gevallen waarin je anderszins tot de failliet in contractuele verhouding staat, kunnen er problemen ontstaan. Denk bijvoorbeeld aan het geval dat je net nieuwe schoenen hebt besteld en het bedrijf nog voor levering failliet gaat. Wat kun je dan doen? Ook hier is het weer van belang om op te merken dat het faillissement op zichzelf geen wijziging in lopende overeenkomsten aanbrengt. Deze blijven in beginsel dus van kracht, tenzij er in de overeenkomst zelf een andersluidende bepaling is opgenomen voor de situatie waarin faillissement is uitgesproken.[13] Bij een koopovereenkomst wil dit zeggen dat de betaal- en afnameplicht dus gewoon in stand blijven. Wanneer jij een nieuw bankstel hebt besteld, zul je in beginsel dus verplicht zijn om de bank af te nemen en te betalen. Ga dus niet al ergens anders een nieuw bankstel kopen, maar treedt eerst in overleg met de curator en vraag of deze nog van plan is te gaan leveren. Wel is het goed om de betaling – voor zover je dit nog niet had gedaan – uit te stellen. Als de curator aangeeft niet te kunnen leveren, kun je de overeenkomst ontbinden.[14] Dit geldt ook indien je al een aanbetaling had gedaan. Je zult dan een concurrente vordering hebben op de boedel te waarde van het bedrag van de aanbetaling.[15] Zoals eerder is opgemerkt, zal dit in veel gevallen helaas betekenen dat je je geld niet terug zult krijgen.

Wat nu als je een televisie hebt gekocht van een inmiddels failliet bedrijf en deze televisie een week later kapot gaat? Indien het product kapot is, kun je herstel of vervanging vorderen.[16] Indien dit niet mogelijk is of niet van de verkoper gevergd kan worden, kun je de overeenkomst ontbinden en heb je in de meeste gevallen recht op je geld terug.[17] Ook hier zul je echter een vordering met een lage rang (een concurrente vordering) hebben op de boedel, wat betekent dat de kans klein is dat je wat terug zult krijgen.[18] Check daarom altijd even of je nog fabrieksgarantie hebt. Soms wordt bij een faillissement de garantie ook overgenomen door een andere partij. Als je iets dat jouw eigendom is bij een failliet bedrijf hebt staan – bijvoorbeeld voor reparatie – is je positie een stuk sterker. Dit goed is immers nog gewoon jouw eigendom – en valt dus niet in de failliete boedel- en dit mag je dus gewoon ophalen. Bewaar wel de aankoop- of reparatiebon goed en stel de curator hiervan op de hoogte. Als de reparatie al is uitgevoerd, zal je eventueel verschuldigde kosten daarvoor uiteraard wel gewoon moeten betalen.[19]

Conclusie
Een faillissement van jouw contractuele wederpartij is in alle gevallen vervelend. Het is daarom goed om te weten wat je kunt doen en waar je recht op hebt. Werknemers kunnen belangrijke rechten ontlenen aan de loongarantieregeling om zo (een deel van) hun vorderingen voldaan te krijgen. Let er wel op dat je na het uitspreken van het faillissement zonder tegenbericht van de curator gewoon naar je werk gaat. Doe je dit niet, dan kan dit als werkweigering kwalificeren. Is de failliet een leverancier, dan zal je in veel gevallen het bestelde product niet meer ontvangen. Als je nog niet hebt betaald, is het dus goed om daar nog even mee te wachten. Ook een aanbetaling zal je in veel gevallen helaas niet meer terug krijgen. Check daarom even of er nog een fabrieksgarantie is of dat de garanties worden overgenomen door een andere partij. Treedt hoe dan ook altijd eerst met de curator in overleg voordat je acties instelt!

[1] Masterstudent Privaatrecht en Arbeid en Onderneming aan de Universiteit van Amsterdam.

[2] Faillissementsverslag V&D d.d. 9 maart 2016, te raadplegen via: http://insolventies.rechtspraak.nl.

[3] Art.7:666 lid 1 sub a en art.7:673c lid 1 BW.

[4] Art.40 Faillissementswet.

[5] Idem.

[6] Art.61-68 Werkloosheidswet.

[7] Art.64 lid 1 sub a Werkloosheidswet.

[8] Art.64 lid 1 sub b Werkloosheidswet.

[9] Art.64 lid 1 sub c Werkloosheidswet.

[10] Art.3:288 sub e BW.

[11] Art.40 lid 2 Faillissementswet.

[12] Wel zijn er verschillende winkels die de bonnen aannemen in ruil voor korting.

[13] Een dergelijk beding kan onder omstandigheden echter ontoelaatbaar zijn. Zie: HR 12 april 2013, JOR 2013/193.

[14] Art.7:22 BW.

[15] Let op dat je ingevolge art.7:26 lid 2 BW in geval van een consumentenkoop slechts verplicht kan worden tot vooruitbetaling van maximaal de helft van het aankoopbedrag.

[16] Art.7:22 lid 1 en 2 BW.

[17] Idem.

[18] Zie titel 10 van Boek 3 voor de rangorderegeling.

[19] De curator kan met een beroep op het retentierecht ex artikel 3:290 BW het goed onder zich houden tot de vordering volledig is voldaan.