Concurrentie in de internationale procesvoering: de oprichting van de Netherlands Commercial Court

Door Isabella Kleijn[1]

De Nederlandse rechtspraak behoort tot een van de beste ter wereld.[2] De Nederlandse rechtspraak levert hoge kwaliteit, waarbij onpartijdigheid en onafhankelijkheid zeer hoog in het vaandel staan. Bij internationale handelsgeschillen tussen grote ondernemingen wordt ondanks de hoge kwaliteit van de Nederlandse overheidsrechtspraak echter vaak gebruik gemaakt van internationale arbitrage of van een buitenlandse rechtsgang bij een zogeheten Commercial Court. Zo kunnen grote professionele partijen ervoor kiezen om hun handelsgeschil te beslechten bij Commercial Courts in Londen, Dublin, Delaware, Dubai en Singapore.[3] Deze overheidsrechtbanken richten zich specifiek op grote, complexe en internationale handelsgeschillen. In Nederland bestaat een dergelijke overheidsrechtbank niet. Om de concurrentie aan te gaan met andere landen heeft de Nederlandse regering ervoor gekozen om ook een Netherlands Commercial Court op te richten.[4] Medio 2016 zal hiertoe een wetsvoorstel worden ingediend. De verwachting is dat de Netherlands Commercial Court begin 2017 is opgericht.

De kenmerken van de Netherlands Commercial Court
De Netherlands Commercial Court zal zich slechts richten op privaatrechtelijke geschillen tussen grote ondernemingen.[5] Hierbij valt te denken aan geschillen op het gebied van het contractenrecht, aansprakelijkheidsrecht, goederenrecht en ondernemingsrecht.[6] Verder is het uitgangspunt dat de handelsgeschillen van internationale aard moeten zijn, hetgeen inhoudt dat tenminste één onderneming buiten Nederland moet zijn gevestigd of dat buitenlands recht van toepassing is op het geschil.[7] Ook bij een zuiver nationale aangelegenheid kunnen partijen ervoor kiezen om hun geschil bij de Netherlands Commercial Court aanhangig te maken.[8] Partijen kunnen zich op vrijwillige basis onderwerpen aan geschilbeslechting bij de Netherlands Commercial Court. De Netherlands Commercial Court zal zich voor zaken in eerste aanleg vestigen in de rechtbank te Amsterdam en voor hoger beroep in het Gerechtshof Amsterdam.[9]

Procesvoering
Partijen zullen procederen in de Engelse taal. Dit is bijzonder, omdat de Nederlandse wet Nederlands als procestaal voorschrijft. Om procederen in het Engels mogelijk te maken, zal dus een wetswijziging moeten plaatsvinden. Minister Steur van Veiligheid en Justitie heeft reeds verklaard hier welwillend tegenover te staan.[10] Daarnaast wordt het in navolging van het thans aanhangige Wetsvoorstel inzake het programma Kwaliteit en Innovatie (KEI)[11] mogelijk om een zaak digitaal aan te brengen. Een ander bijzonder aspect van de Netherlands Commercial Court heeft betrekking op de griffierechten. In tegenstelling tot de reguliere overheidsrechtspraak zal een kostendekkend griffierecht worden geheven.[12] Het is nog niet bekend hoe de griffierechten precies zullen worden berekend.

Voordelen van de oprichting van de Netherlands Commercial Court
De oprichting van de Netherlands Commercial Court wordt door de rechtspraktijk verwelkomd.[13] Zo vinden internationale advocatenkantoren het wenselijk dat er een gespecialiseerde rechtbank komt die kennis heeft van internationale geschillen omdat dit tot doelmatigheid, efficiëntie en tot een nog hogere kwaliteit van rechtspraak leidt.
Immers, door specialisatie zal de rechtbank minder manuren kwijt zijn aan het voorbereiden van dergelijke complexe zaken. Deze tijd kan dan besteed worden aan de “reguliere” rechtszaken. Daarnaast verbetert de oprichting van de Netherlands Commercial Court ook de concurrentiepositie van Nederland. Allereerst omdat de Nederlandse rechtspraak toegankelijk wordt voor buitenlandse partijen, nu er Engels wordt gesproken. Dit leidt tot een gunstig vestigingsklimaat.[14] Een andere reden is dat procederen bij de Netherlands Commercial Court relatief goedkoop zal zijn, vergeleken met arbitrage of procederen in het buitenland.[15] Zo bedragen de Nederlandse advocaatkosten veel minder dan de advocaatkosten in Engeland en de Verenigde Staten en is het niet ongebruikelijk dat partijen bij arbitrage tussen de € 500.000,- en € 1.000.000,- kwijt zijn aan aan proceskosten.[16] En, last but not least: de oprichting van de Netherlands Commercial Court kost de belastingbetaler niets, omdat de griffierechten kostendekkend zijn.

En, zal de oprichting van de Netherlands Commercial Court succesvol zijn?
De Raad voor de Rechtspraak geeft aan dat inzet van de rechterlijke macht, ministeries, advocatuur en bedrijfsleven vereist is om een succesvolle exploitatie van de Netherlands Commercial Court mogelijk te maken.[17] Immers, partijen zullen er zelf voor moeten kiezen om te procederen bij de Netherlands Commercial Court. Zij moeten dan wel op de hoogte zijn van het bestaan van de daarvan. Verder wijst de Raad voor de Rechtspraak erop dat Nederland een aantrekkelijk land is om in te procederen, omdat de kwaliteit van de Nederlandse rechtspraak zeer hoog is.[18] Daarbij komt dat de griffierechten en advocaatkosten relatief laag zijn en dat er geprocedeerd wordt in het Engels.

Bauw en Tjittes wijzen er echter op dat er wellicht een (niet onoverkomelijk) obstakel kan zijn: het toepasselijk recht op een eventuele overeenkomst tussen partijen.[19] Als Engels recht van toepassing is op de overeenkomst dan zullen partijen eerder geneigd zijn in Engeland te procederen dan in Nederland, aldus Bauw. Immers, de Engelse rechters hebben het beste kennis van het Engelse recht. Tjittes meent dat op veel overeenkomsten Engels recht van toepassing is, omdat het Engelse recht meer contractsvrijheid en rechtszekerheid kent. De redelijkheid en billijkheid spelen daar een kleinere rol dan in Nederland. Bauw stelt daar tegenover dat dit beeld van Engels recht ongenuanceerd is, omdat een beroep op redelijkheid en billijkheid steeds vaker een rol speelt in de Engelse rechtspraak.[20] Bovendien voert hij aan dat lang niet elk bedrijf moeite heeft met de Nederlandse redelijkheid en billijkheid.

Mijns inziens kan de oprichting van de Netherlands Commercial Court succesvol zijn. Er zijn in Nederland veel internationale bedrijven gevestigd, die veelal hun belangen laten behartigen door Nederlandse advocatenkantoren. Indien zij de Netherlands Commercial Court en het Nederlandse recht promoten, meen ik dat de Netherlands Commercial Court een goede kans maakt om succesvol te zijn. Zeker als men dit beziet tegen de achtergrond van de hoogwaardige rechtspraak in Nederland. Ik meen dat de oprichting van de Netherlands Commercial Court een goede stap is om deze kwalitatief hoogwaardige rechtspraak te blijven behouden en kijk dan ook uit naar de oprichting van de Netherlands Commercial Court.

 

[1] Isabella Kleijn is masterstudente Privaatrechtelijke en Commerciële Rechtspraktijk en is als griffier werkzaam bij de Rechtbank Amsterdam. Zij schrijft dit stuk op persoonlijke titel.

[2] Rapport World Justice Project 2015, te raadplegen op http://worldjusticeproject.org/rule-law-around-world (laatst geraadpleegd op 24 februari 2016).

[3] Raad voor de Rechtspraak, ‘Plan tot oprichting van de Netherlands Commercial Court inclusief kosten-batenanalyse’, November 2015, p. 1.

[4] www.rechtspraak.nl/Organisatie/Raad-Voor-De-Rechtspraak/Nieuws/Pages/Rechtspraak-zet-in-op-speciale-rechtbankvoor-handelsconflicten.aspx (laatst geraadpleegd 24 februari 2016).

[5] Idem.

[6] Raad voor de Rechtspraak, ‘Plan tot oprichting van de Netherlands Commercial Court inclusief kosten-batenanalyse’, November 2015, p. 4 en 5.

[7] Idem, p. 8.

[8] Idem.

[9] ‘The Netherlands Commercial Court’, NJB 2016/4, p. 251 (auteur onbekend).

[10] Kamerstukken II 2015/16, 21501-02, 1553.

[11] Kamerstukken II, 34059, nr. 2 (wetsvoorstel) en nr. 3 (memorie van toelichting).

[12] Raad voor de Rechtspraak, ‘Plan tot oprichting van de Netherlands Commercial Court inclusief kosten-batenanalyse’, November 2015, p.13.

[13] Idem, p. 7.

[14] Idem.

[15] E. Bouw, ‘Ondernemerschap in de Nederlandse rechtspleging: over de kansen van een Netherlands Commercial Court’, AA 2016/02, p. 93 – 98.

[16] Raad voor de Rechtspraak, ‘Plan tot oprichting van de Netherlands Commercial Court inclusief kosten-batenanalyse’, November 2015, p. 7 en 8.

[17] Idem, p. 1. Zie tevens R. Hermans, ‘Een Netherlands Commercial Court’, in: G.C. Makkink e.a. (red.), Ik ben niet overtuigd. Opstellen aangeboden aan mr. P. Ingelse, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2015, p. 187-196.

[18] Raad voor de Rechtspraak, ‘Plan tot oprichting van de Netherlands Commercial Court inclusief kosten-batenanalyse’, November 2015, p. 5, 6 en 7.

[19] E. Bouw, ‘Ondernemerschap in de Nederlandse rechtspleging: over de kansen van een Netherlands Commercial Court’, AA 2016/02, p. 93 – 98. Zie tevens R.P.J.L. Tjittes, ‘Een Netherlands Commercial Court vereist reclame voor Nederlands recht’, RMThemis 2014, p. 261.

[20] Idem.