Het Runescape-arrest in IT-perspectief: Een gebrek aan technologisch inzicht bij de Hoge Raad?

Het is ondertussen enkele jaren geleden dat de Hoge Raad (HR) arrest wees in de onder strafjuristen welbekende
Runescape-zaak. In dit arrest, dat op veel universiteiten behoort tot de verplichte jurisprudentie bij de
strafrechtelijke vakken, breidt de HR het begrip goed in de zin van artikel 310 Wetboek van Strafrecht (Sr) uit door
hier ook virtuele goederen in computerspelletjes onder te scharen. In de jaren na het arrest is er enige kritiek geuit
in de literatuur. Die kritiek bestond vaak uit de boodschap dat de rechtsregel die de HR heeft doen ontstaan niet
rijmt met de technische gang van zaken die komt kijken bij het ‘wegnemen’ van een virtueel goed. In dit artikel
wordt het arrest nogmaals getoetst aan de opvattingen van verschillende rechtsgeleerden en aan de technische
manier waarop een voorwerp in een spel van eigenaar verandert.