Moet de bescherming van het ongeboren kind in bepaalde situaties prevaleren boven het zelfbeschikkingsrecht van de moeder?

Op grond van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (hierna: WGBO) kan een zwangere vrouw, indien zij een wilsbekwame patiënt is, een medische behandeling te allen tijde weigeren. De reden voor het weigeren van een behandeling is niet van belang.
Dit is in overeenstemming met het rapport van de Gezondheidsraad ‘Het ongeboren kind als patiënt’, van 1990. In dit rapport is geformuleerd dat er geen sprake mag zijn van een ingreep waarbij alleen het ongeboren kind gebaat is. Er moet een afweging gemaakt worden tussen de voordelen en nadelen voor zowel het ongeboren kind als de vrouw. Hierbij wordt als belangrijke richtlijn meegenomen dat er altijd sprake moet zijn van de uitdrukkelijke toestemming van de zwangere vrouw voor de ingreep. Zonder deze toestemming is een ingreep niet aanvaardbaar.