Rein van Zanen Fotografie

Interview met Nico Meijering

Nico Meijering, al enkele jaren behoort hij tot de top van de strafrechtadvocatuur. Hij stond cliënten bij in spraakmakende zaken met veel media-aandacht, waaronder de Hells Angels zaak (2007), het Andesproces (2015) en het Passageproces (2009 – heden). Alibi heeft met hem gesproken over onder meer zijn drijfveren en zijn vrees voor de afbreuk van de rechtsstaat.

Door: Hidde Bruinsma en Isabella Kleijn

Wat is uw grootste drijfveer bij het uitoefenen van uw beroep? Gaat het u om het winnen van zaken of om de strijd voor rechtvaardigheid?
Ik geloof niet in het “winnen” van zaken. Winnen hoort bij een spel. Het strafrecht is geen spel. Sterker nog, het is allesbehalve een spel. De posities van partijen zijn bij lange na niet gelijkwaardig. Als advocaat begin je dan ook, als men dan toch in speltermen wil spreken, met een grote achterstand. Waar het mij om gaat is dat mijn cliënten tevreden zijn met mijn inspanning en met het behaalde resultaat. Dat is mijn grootste drijfveer, en het zou mooi zijn indien het OM evenmin in termen van winnen en verliezen zou denken.

Wat maakt voor u het beroep strafrechtadvocaat aantrekkelijk en wat niet?
Er zijn veel dingen die het beroep aantrekkelijk maken. Zo kun je mensen enorm blij maken, maar zie je ook veel verdriet. Over het algemeen zijn cliënten en hun omgeving heel erg dankbaar als zij zien hoe ik mij inspan voor hun belangen. Ook kom je bijzondere mensen in alle soorten en maten tegen. Niet alleen een bonte verzameling cliënten maar ook rechters, officieren van justitie, politie, beveiliging, journalisten en collega’s vervelen nooit. Aantrekkelijk is daarnaast dat ik, hoe minimaal ook, een bijdrage kan leveren aan het voorkomen van het verder afbrokkelen van onze rechtstaat, want dat gaat de laatste jaren heel hard. Wat het beroep van een strafrechtadvocaat minder aantrekkelijk maakt, is de verharding in het vak de afgelopen jaren. Steeds vaker zoekt het OM de grenzen van de wet op of gaat men er zelfs overheen, terwijl de Hoge Raad zo’n beetje alles goed vindt, althans geen consequenties meer aan schendingen verbindt.

Wat vindt u prettiger, een zaak zonder media-aandacht of één die vol in de schijnwerpers staat?
Een onbekende zaak is prettiger. Dat betekent niet alleen dat je als advocaat rustig kunt werken, maar dat ook rechters rustiger in de zaak kunnen zitten en volgens mij komt dat in beginsel het resultaat ten goede. Soms kan media-aandacht toch ook belangrijk zijn. Als het OM buiten de oevers van onze rechtstaat opereert, dan mogen we blij zijn dat media daar aandacht aanbesteden. Dat kan een bijdrage leveren aan de rechtstaat en aan de specifieke rechtspositie van een cliënt.

Vaak is er in de media een negatieve tendens richting verdachten, heeft u niet altijd het idee dat u met 1-0 achterstaat op het moment dat de media wordt ingeschakeld?
Als we toch weer in speltermen praten, dan vrees ik dat cliënten veelal 12-0 achterstaan in de media.

Als advocaat probeer je er één of twee ballen in te schoppen en mag je blij zijn als je met een lange adem een keer op gelijke hoogte komt. Als strafrechtadvocaat oefen je geen dankbaar beroep uit. De kans dat een strafrechtadvocaat het schopt tot Nederlander van het jaar is erg klein. Veel mensen zien je eerder als iemand die de criminaliteit mede in stand houdt.

In 2014 werden twee cliënten van u geliquideerd. Gwenette Martha werd op 22 mei 2014 doodgeschoten in Amstelveen, waar hij eerder in 2013 nog ontsnapte aan een dodelijke aanslag. Martha was volgens het OM verantwoordelijk voor verschillende misdrijven en werd gezien als spil in de ‘Mocro-oorlog’, echter zijn deze verdenkingen nooit bewezen.
Op 24 december 2014 werd Ali Akgün vermoord in Istanboel. Akgün was één van de hoofdverdachten in het Passageproces en het OM hield hem verantwoordelijk voor verschillende liquidaties.

Wat doet het met u om in één jaar tijd twee mensen, waar u nauw mee heeft samengewerkt, op een dergelijke manier kwijt te raken?
Iedereen kan zich er wel iets bij voorstellen. Je bent geschokt. Ik ben met deze mensen intensief omgegaan in moeilijke tijden. De zaken van deze mensen waren groot en er speelden grote belangen. Ik heb een band met deze mensen gekregen die met niets te vergelijken is. Niet met die van familie of met die van goede vrienden. De band is niet sterker, maar anders. Ali Akgün heeft 3,5 jaar onafgebroken in de Extra Beveiligde Inrichting gezeten op verdenking van betrokkenheid bij maar liefst zes moorden en tegen hem is levenslange gevangenisstraf geëist. We hebben samen heel hard gevochten voor zijn vrijheid. Als hij dan vervolgens doodgeschoten wordt, dan kun je je voorstellen dat de shock heel groot is. Gwenette kenden wij ook heel lang. Hij werd geruime tijd bedreigd. Ik probeerde hem uit Amsterdam te krijgen, maar hij moest van het OM en de rechter thuis wonen en zich wekelijks melden. Vijf uur voor zijn liquidatie kwam hij bij ons op kantoor. Het verbaasde ons dat hij geen kogelvrij vest droeg. Dat wilde hij niet omdat dat telkens een reden was voor de politie om hem weer te arresteren. Een paar uur later werd hij vermoord. Je kunt begrijpen dat dit mij niet koud gelaten heeft.

De in de inleiding aangehaalde Andes-zaak draaide onder meer om uw cliënt Dick Vrij. Vrij is een oud vechtsporter die bij het grote publiek bekend werd omdat hij in 2012 Willem Holleeder een gebroken kaak sloeg op een terras in Amsterdam.

Dick Vrij koos ervoor om vrijwillig terug te gaan naar de gevangenis uit angst om anders geliquideerd te worden. Is dit de manier waarop cliënten zich moeten beschermen tegen dergelijk gevaar?
De voorlopige hechtenis van Dick was geschorst. Hij kreeg een elektronische enkelband en mocht alleen maar thuis en op de sportschool zijn. Het Team Criminele Inlichtingen van de politie had gewaarschuwd dat hij mogelijk vermoord zou worden. Dick vreesde niet voor zichzelf, maar vreesde dat zijn directe omgeving slachtoffer zou kunnen worden. Die liep gevaar vanwege de schorsingsvoorwaarden en daarom kon hij zich daar niet langer aan houden. Dat hebben we keurig netjes gemeld aan de rechtbank. Het was van tweeën één: óf de gevaarlijke voorwaarden moesten vervallen, óf Dick moest terug de bajes in. Opzienbarend was dat het OM zich verzette, maar de rechtbank oordeelde dat Dick weer vast moest komen te zitten. Voor een advocaat is het vanzelfsprekend heel tegennatuurlijk om bij te dragen aan gevangenschap van je cliënt. Desalniettemin hebben we er geen moment spijt van gehad. Het ging immers om veiligheid, terwijl Dick in essentie toch al gevangen in zijn eigen huis zat.

Neemt de staat onvoldoende maatregelen om bedreigde verdachten te beschermen?
Het OM en de politie zien dat bepaalde vermeende criminelen zwaar gevaar lopen. Daardoor loopt ook hun omgeving gevaar. In de eerste plaats neemt iedereen altijd maar klakkeloos aan dat betrokkenen crimineel zijn als de politie dat zegt. Ben je per definitie crimineel als er informatie is dat iemand het op je gemunt heeft? In de tweede plaats moeten die mensen het in ieder geval niet nóg moeilijker worden gemaakt door ze aan verblijfsvoorwaarden te binden waardoor ze helemaal een schietschijf worden. In de derde plaats komt het er in ons land op neer dat bescherming nimmer geboden wordt aan personen die men crimineel vindt, tenzij die bereid zijn om tegen andere vermeende criminelen te verklaren. Dan kan men weer een mooie strafzaak optuigen. Ik vindt dat heel cynisch en heb dat ook na de liquidatie van Gwenette publiekelijk aan de orde gesteld waarna zelfs kwaliteitsmedia dat verdraaiden tot een pleidooi van mij voor staatsbescherming voor alle criminelen in Nederland. In ons land heerst een cultuur dat als je door grof vuurwapengeweld omgebracht wordt, je dus wel crimineel was en je het er wel naar gemaakt zult hebben. Anders gezegd ben je dan min of meer vogelvrij. Het Wilde Westen dus.

U weigert om uw diensten te verlenen aan kroongetuigen. In de media heeft u zich negatief uitgelaten over het inzetten van kroongetuigen en dan met name over de kroongetuigen die zijn ingezet in het Passageproces, Peter La Serpe en Fred Ros. Beiden hebben een deal gesloten met het OM en komen op die manier in aanmerking voor strafvermindering en een financiële vergoeding. Op 26 oktober 2016 werd overigens bepaald door het hof dat Ros nog zeker tot het voorjaar van 2017 blijft vastzitten en dus langer in de gevangenis blijft dan hij heeft afgesproken met het OM.[i]

Vindt u het inzetten van kroongetuigen onder geen enkele omstandigheid toelaatbaar? Wat zijn uw grootste bezwaren tegen het inzetten van kroongetuigen?
Het inzetten van kroongetuigen zou in mijn optiek in zijn zuiverste vorm toelaatbaar moeten zijn. Denk bijvoorbeeld aan een chauffeur van een grote baas die moordopdrachten geeft. Ik zou er geen probleem mee hebben dat de chauffeur minder straf krijgt indien aan de hand van sterk steunbewijs, bijvoorbeeld geluidsopnamen zijn verhaal geverifieerd kan worden. Maar in dit laatste zit gelijk het kernprobleem. Het middel kroongetuige is een ultimum remedium: het mag alleen ingezet worden als er met gewone opsporingsmiddelen geen ander bewijs gevonden wordt. Dat maakt dat, per definitie, men het in de praktijk met alléén de kroongetuige moet doen. In Passage bijvoorbeeld is totaal geen sprake van steunbewijs.
Het is, gezien de eisen voor een levenslange gevangenisstraf, letterlijk levensgevaarlijk om af te gaan op alleen een kroongetuige. Vooral als die gelokt wordt met hoge strafvermindering en exorbitant veel geld. In het geval van La Serpe weten we dat hij bijna anderhalf miljoen euro heeft gekregen. Mensen die hun leven lang crimineel zijn geweest en geen dag eerlijk werk hebben verricht worden uitgenodigd om met leugens naar het OM te gaan. Ze hebben niets te verliezen. Wanneer er geen deal komt, blijft alles geheim. In het geval van Ros is het helemaal dol. Hij heeft zeven jaar de tijd gehad om zijn verklaringen af te stemmen op het dossier, en het OM draait het nu om en zegt dat zijn verklaringen ondersteund worden door het dossier. In zijn geval zien we ook dat ondanks alle inmiddels gebleken leugens, het OM blijft volhouden dat hij zonder meer betrouwbaar is. We zien dus dat het OM met dergelijke getuigen onvoorwaardelijk een tunnel in gaat waar het niet meer uit te krijgen is.
Een ander probleem is dat criminele organisaties de kroongetuigenregeling gaan gebruiken om op basis van onwaarheden hun concurrenten naar het OM weg te spelen. Je geeft met een vooruitgeschoven kroongetuige lekker de schuld van zelf gepleegde moorden aan de concurrent. Twee vliegen in één klap: concurrent levenslang weg en de moorden zijn “opgelost”, dus justitie komt voor die moorden nooit meer bij jou uit.

Het is ons duidelijk dat u van mening bent dat de rechtstaat steeds verder wordt afgebrokkeld. Hoe staat het met de rechtsbescherming van de burger door de rechter?
De verhouding tussen staat en burger raakt steeds schever. De overheid heeft meer wettelijke armslag dan ooit om de burger te controleren en te vervolgen. De strafrechter is er niet enkel om te straffen, maar juist ook om de burger te beschermen tegen die steeds verder opdringende ‘grote broer’ teneinde de burger(grond)rechten te waarborgen. De kwaliteit van de rechtstaat is heel erg afhankelijk van de bereidheid van de rechter tot rechtsbescherming. Het grote probleem is dat nota bene ons hoogste rechtscollege in essentie alléén nog aan Staatsbescherming doet en rechtsbescherming totaal verwaarloost. De Hoge Raad straft politie en OM niet meer af als burgerrechten geschonden worden. Alleen feitenrechters zijn daartoe nog bereid, maar die worden dus telkens teruggefloten door onze hoogste rechter met als gevolg dat de overheid onbelemmerd zijn gang kan gaan met het verder overschrijden van grenzen van onze rechtsstaat. De Hoge Raad gooit onze rechtstaat de laatste jaren volledig in de uitverkoop.
Zo hebben mijn kantoorgenoten Flokstra en De Vries het voor elkaar gekregen dat het Hof Amsterdam korte metten gemaakt heeft met de dynamische verkeerscontrole.[ii] Wettelijk kon het ook niet anders nu deze verkeerscontroles beleidsmatig enkel gehouden werden ten behoeve van opsporingsdoeleinden. Ik ben er echter zeker van dat de Hoge Raad dit arrest niet in stand zal laten door weer een onnavolgbare draai aan de rechtsmaterie te geven. Het is heel cynisch, maar mark my words: het einde van de uitverkoop is nog niet in zicht.

In 2015 hebben slachtoffers spreekrecht gekregen in het strafproces van verdachten. Wat vindt u van het feit dat slachtoffers in het strafprocesrecht steeds meer centraal staan?
Enerzijds begrijp ik dat slachtoffers meer aandacht krijgen. In het verleden moest het slachtoffer te veel vanaf de zijlijn toekijken. Anderzijds gaat men nu richting het andere uiterste. Het slachtoffer krijgt een zodanige positie in het strafproces dat het eerlijk proces van de verdachte in het gedrang komt. Als advocaat kun je niet of nauwelijks reageren op wat het slachtoffer te vertellen heeft. Dit is onwenselijk, zeker als het slachtoffer iets zegt dat inhoudelijk van belang kan zijn voor de zaak. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat het slachtoffer de feiten anders voorstelt of iets anders verklaart dan eerder in het dossier. Daar moet je als strafrechtadvocaat wel op kunnen reageren.

Heeft u nog tips voor rechtenstudenten?
Ik denk dat de nieuwe generatie juristen misschien wel meer dan ooit nodig zal zijn om onze rechtsstaat voor verder zinken te behoeden. Wees scherp op hoe de overheid zich steeds verder opdringt en de rechten van de burgers verdringt. Dit gebeurt niet alleen in het strafrecht, maar ook in het bestuursrecht. De huidige generatie juristen heeft kennelijk te weke knieën of ligt te snurken. We zullen frisse, wakkere en fanatieke juristen hard nodig hebben om het tij te keren.

[i] Kroongetuige Fred Ros blijft langer vastzitten, Trouw Nederland, 26-08-2016. Te raadplegen via: http://www.trouw.nl/tr/nl/39681/nbsp/article/detail/4365060/2016/08/26/Kroongetuige-Fred-Ros-blijft-langer-vastzitten.dhtml

[ii] Hof Amsterdam 21 december 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:5307.

  • De foto bij dit artikel is gemaakt door Rein van Zanen Fotografie