Is de Nederlandse dividendbelasting in strijd met Europees recht?

Na presentatie van het regeerakkoord van het kabinet-Rutte III vorig jaar, is afschaffing van de dividendbelasting
onderwerp van politiek debat en maatschappelijke discussie geworden. Doel van afschaffing was het
vestigingsklimaat bevorderen. Daarnaast wenste het kabinet te profiteren van de uitstroom van bedrijven uit
het Verenigd Koninkrijk ten gevolge van de Brexit. Een derde reden die meermaals werd aangevoerd was de
mogelijk gedeeltelijke strijdigheid van deze belasting met het Europese recht. Dit werd met name beweerd in het
licht van een zaak die dit jaar bij het Hof van Justitie (hierna: HvJ) voorlag, waarbij de Deense dividendbelasting
deels strijdig met het Europese recht werd geacht. Uiteindelijk viel het doek voor de afschaffing van de
dividendbelasting omdat Unilever besloot het hoofdkantoor vooralsnog niet naar Nederland te verplaatsen.
Mogelijk speelde ook de conclusie van Advocaat-Generaal (A-G) Wattel mee, die hij schreef naar aanleiding
van een verzoek tot prejudiciële vragen bij het HvJ en waarin hij concludeerde dat geen strijd bestaat tussen de
Nederlandse dividendbelasting en het Europese recht.