In gesprek met strafrechtadvocaat Bénédicte Ficq
Jordy Esschendal en Daniël Huijboom*[1]
Bénédicte Ficq wordt al jaren aangemerkt als een van de bekendste Nederlandse strafpleiters. Naast de bekende zaken waarin ze een rol heeft gespeeld, zoals de zaken Dino Soerel en Badr Hari, heeft ze met haar kantoor recentelijk in de schijnwerpers gestaan in de populaire serie ‘De Verdediging’. In deze serie werden mr. Ficq en haar kantoorgenoten gevolgd tijdens hun werkzaamheden in een aantal spraakmakende zaken en werd in het bijzonder aandacht besteed aan de in de media vaak vertoonde tabakszaak. Voor een grote groep cliënten heeft mr. Ficq aangifte gedaan tegen de tabaksindustrie. Naar aanleiding van deze spraakmakende zaak bracht ALIBI op 25 januari 2018, voorafgaand aan de negatieve vervolgingsbeslissing van 22 februari 2018, een bezoek aan Ficq & Partners.
Hoewel u altijd al een van Nederlands bekendste advocaten bent geweest, heeft de recent uitgezonden televisieserie uw bekendheid slechts vergroot. Was u overdonderd door het daverende succes?
Uiteindelijk viel het wel mee hoeveel kijkers de documentaire hebben gezien. In eerste instantie was het niet vanzelfsprekend om mee te werken aan de documentaire, maar ik heb er uiteindelijk mee ingestemd in verband met de interesse die ik voor de tabakszaak wilde opwekken. Enkele kantoorgenoten hebben uiteindelijk ook hun medewerking verleend om het publiek te laten zien dat het strafrecht een vak is waarin vooral hard wordt gewerkt en dat uit meer bestaat dan alleen succes en glamour. De documentaire focuste deels op de eerste moordzaak van Jurriaan de Vries. Uiteraard trok ook de zaak Endstra de aandacht van de kijkers thuis, net zoals de Passagezaak.
Zou de serie evenveel media-aandacht hebben verkregen wanneer u niet de advocaat van Badr Hari was geweest en geen aangifte tegen grote tabaksproducenten was gedaan?
Ik denk het niet. De bekendheid van sommige advocaten genereert interesse die er anders niet zou zijn geweest. Een totaal onbekend kantoor – wat overigens niets zegt over de kwaliteit – zal minder in de belangstelling staan dan het kantoor van een bekende strafpleiter, van wie mensen weten dat hij of zij grote zaken heeft gedaan. Moszkowicz deed dat ook altijd goed. De talkshows wilden hem maar al te graag hebben.
Advocaat tegen tabaksindustrie voelt toch een beetje als David en Goliath; wat is de reden om de stap te wagen en aangifte tegen grote tabaksproducenten te doen?
De vergelijking klopt niet helemaal: er is niet maar één cliënt die aangifte doet tegen een ‘Goliath’. Het begon met Anne Marie van Veen, die tot haar eerste chemobehandeling is blijven roken. Daarna hebben twee longartsen zich bij de zaak gevoegd, gevolgd door vertegenwoordigers van enkele grote stichtingen. Inmiddels heeft half medisch Nederland zich bij de zaak aangesloten. Er is dus geen sprake meer van een ‘David’, maar van een sterk collectief. Geen enkele industrie is zo bekend met de gevaren van haar product als de tabaksindustrie: dat maakt een aanklacht een logisch gevolg.
Wie vallen er precies onder de tabaksindustrie, oftewel tegen welke bedrijven is de aangifte specifiek gericht?
Het gaat om vier grote producenten, die samen een monopoliepositie binnen de tabaksindustrie hebben. De aanklacht richt zich echter ook tot de CEO’s (Chief Executive Officers, JE en DH) van deze bedrijven. Deze personen hebben als feitelijk leidinggevers van hun ondernemingen de gedragingen van hun bedrijven mogelijk gemaakt en aanvaard.
Hoopt u dat het Openbaar Ministerie (OM) nog eens andere mensen gaat vervolgen?
Als het OM überhaupt in deze zaak tot vervolging overgaat[2], acht ik het waarschijnlijk dat zij mogelijk ook anderen zullen gaan vervolgen. Hier zijn de wenselijkheid en haalbaarheid echter van belang. Mocht het OM inderdaad beslissen de eerste stap te zetten, dan zal ik in deze zaken een rol spelen.
Heeft u van de tabaksindustrie zelf al een reactie ontvangen?
De tabaksindustrie heeft inmiddels verweerschriften opgesteld en naar het OM gestuurd. Van de inhoud van deze verweerschriften was ik niet onder de indruk. Mogelijk neemt de industrie de aanklacht niet serieus. Ze geven kortgezegd aan dat ze volledig binnen de wettelijke kaders handelen.
Hoe lang denkt u dat het denkproces bij het Openbaar Ministerie nog gaat duren?
Het OM heeft laten weten binnen afzienbare tijd met een vervolgingsbeslissing te komen. Mochten zij niet over gaan tot vervolging, dan is de zaak daarmee nog niet afgedaan.Indien onze aangifte wordt afgewezen, dan is een artikel 12 Sv-procedure (waarbij een klacht wordt ingediend tegen de beslissing om niet te vervolgen, JE en DH) het volgende dat op de planning staat.
Hoe wordt door uw collega’s binnen het strafrecht op de aangifte gereageerd?
Aanvankelijk reageerden de collega’s cynisch. Sinds echter de gaatjesproblematiek aan het licht is gekomen, nam ik een verandering waar. Collega’s merkten toen dat het om een serieus onderbouwde aanklacht ging. Ik krijg nu zelfs mails van collega’s met input. Ook vanuit de academische en de medische wereld verkrijgen we nu veel steun. Het is goed mogelijk dat zelfs een groot ziekenhuis zich straks aansluit bij de aangifte.[3]Op 21 november gaf ik een lezing op de Universiteit van Amsterdam (UvA), en naar aanleiding hiervan heeft ook een rokendestudent zich bij de zaak aangesloten.
Indien het OM besluit niet te vervolgen, wat zijn dan de volgende stappen?
Zoals ik net al aanstipte, zullen we sowieso een artikel 12 Sv-procedure starten als het OM besluit om niet te vervolgen. Indien ook dat mislukt, stoppen we alsnog niet. We gaan hoe dan ook door, desnoods starten we over een paar jaar een nieuwe zaak als de maatschappelijke druk nog verder opgevoerd is. Ze zijn nog niet van ons af, echt niet.
Indien inderdaad een strafproces zal volgen, waar denkt u dat de grootste juridische pijnpunten zullen liggen?
Allereerst zal gediscussieerd worden over de opzet van de tabaksindustrie op de delicten die we aan de aangifte ten grondslag hebben gelegd. Wat ons betreft is het aannemen van opzet, door goed te kijken naar de praktijken van de tabaksindustrie, geen enkel probleem. Geen enkele industrie is zo deskundig en vol wetenschap van de trucs die ze toepassen om hun product zo verslavend mogelijk te maken. Er worden verslavende stofjes toegevoegd en er wordt zowel gesjoemeld met de hoeveelheid verslavende stoffen als met de manier waarop ze in het lichaam terechtkomen.[4]Wat betreft de causaliteit kunnen we ook volstaan met een relatief kort antwoord. Het is een feit van algemene bekendheid dat roken dodelijk is. Deze wetenschap, samen met de opzet van de fabrikanten, levert een sterk causaal verband op.In onze visie wordt de causaliteitsketen niet doorbroken door het argument dat beginnen met roken een vrije keuze is. Volgens ons is er namelijk helemaal geen sprake van een vrije keuze.
Dan volgt nog een belangrijk punt, te weten de wederrechtelijkheid van de gedragingen van de tabaksindustrie. Hierbij kan gewezen worden op de eigen schuld van de rokers. Men besluit immers toch zelf te gaan roken? Daar zijn wij het niet mee eens, nu de industrie er alles aan doet om iemand verslaafd te maken en daarmee de vrije wil weg te duwen. Dit soort praktijken zie je ook in de rechtspraak terugkomen. Zo was er bijvoorbeeld een kankerpatiënte die zich tot een voedingsdeskundige wendde, waarna ze zich liet overhalen om uitsluitend bepaalde voedingsadviezen te volgen om van haar kanker te genezen en daarmee de reguliere artsen en zorg meed. De voedingsdeskundige is uiteindelijk als verdachte aangemerkt en in een vervolgingstraject terechtgekomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat beïnvloeding van de vrije wil door derden van strafrechtelijk belang kan zijn, wanneer dit onder bepaalde condities gebeurt. De patiënte in deze zaak was academisch geschoold, ze was volwassen en ze had kanker. Ze wist goed wat de reguliere zorg voor haar zou kunnen betekenen, maar toch werd het argument dat zij zelf voor de behandeling koos verworpen en stond dit niet in de weg aan een veroordeling van de verdachte voor het opzettelijk benadelen van de gezondheid van deze mevrouw.Deze redenering van de Hoge Raad kan ons steun bieden in de beoordeling van de leerstukken van de wederrechtelijkheid en de causaliteit.[5]Er is discussie mogelijk over de vrije keuze om de eerste sigaret op te steken. Er is echter geen discussie mogelijk over de snelle verslavende werking ervan. Eenmaal verslaafd is de vrije wil ver weg.
Naast de problematiek van de vrije keuze speelt de problematiek van de legaliteit van het product. Wij stellen ons op het standpunt dat de sigaret qua uitstootwaarden niet voldoet aan de geest van de Tabaks- en Rookwarenwet. Het aanleveren van een gemanipuleerd product waardoor de emissiewaarden van sigaretten onmeetbaar worden is daarvoor een van de argumenten. De tabaksindustrie weet hoe ze deze waarden, waarvan de maximale uitstootwaarden in de Tabaks- en Rookwarenwet staan opgenomen, perfect kunnen beïnvloeden. De wet gaat uit van een beoogd gebruik van de sigaret door de roker. De testmachines meten de emissiewaarden echter op een geheel andere manier. Deze machine is in orde, maar het aangeleverde te meten product is gemanipuleerd.
Betekent dit dat u van mening bent dat enkel de ‘sjoemelsigaret’ wederrechtelijk is?
Nee, in onze visie zijn alle sigaretten feitelijk zodanig samengesteld dat ze niet anders dan tot verslaving kunnen leiden terwijl de tabaksproducenten dit weten.Daardoor weten en aanvaarden ze ook dat hun product noodzakelijkerwijs moet leiden tot ziekte en overlijden. We zouden de aangifte dus ook hebben gedaan wanneer er niet gesjoemeld zou zijn. Gelet op alle factoren die ik net heb genoemd, zijn sigaretten een bewust samengesteld verslavend en levensgevaarlijkproduct.
Tot welke juridische kwalificaties bent u gekomen met betrekking tot de kleine gaatjes in de filters van sigaretten en hoe verliep dit denkproces?
Valsheid in geschrifte in een hele lange periode. De tabaksindustrie heeft dan wel gedurende een periode van veertien jaar netjes – zoals de wet voorschrijft – de waarden vermeld, maar de aangegeven waarden klopten helemaal niet. Als de daadwerkelijke factorwaardes zes keer hoger liggen dan het aangegeven nicotinegehalte, dan klopt de nicotinehoeveelheid niet. Daarnaast zijn wij tot oplichting gekomen. Je krijgt namelijk simpelweg meer vergif voor je geld. Tevens zijn er een paar technische feiten onder de Wet op de Economische Delicten (WED) te scharen.
Het strafrecht wordt gezien als ultimum remedium. Waarom heeft u toch gekozen om de strafrechtelijke weg te bewandelen, anders dan bijvoorbeeld eerst een civiele procedure te (laten) starten?
Over de hele wereld is er al vele keren geprobeerd om de tabaksindustrie civielrechtelijk te vervolgen, en dit heeft totaal geen zin. De tabaksindustrie is zo rijk en machtig dat ze de betrokken civiele partijen kapot procederen. De meeste civiele zaken eindigen in een schikking, waarbij de eisende partij wordt afgekocht. Enkele doorzetters blijven het proberen, maar stoppen vaak als het geld opraakt. Het is terecht dat er een strafprocedure komt. Ze verdienen het, omdat ze zo’n gevaarlijk product op de markt gebracht hebben en nog nooit verantwoordelijkheid hebben genomen voor de schadelijke gevolgen hiervan. De sigaret is een gevaarlijk, geniaal ontworpen en opzettelijk verslavend gemaakt product, waaraan alleen al in Nederland 3.5 miljoen mensen verslaafd zijn.
Hoe verhoudt de tabakszaak zich met termen als “paternalisme” en “eigen verantwoordelijkheid”? Is het wel wenselijk dat de Nederlandse maatschappij rokers probeert te beschermen tegen een gevaarlijk middel waarvan het consumeren onder hun eigen verantwoordelijkheid valt?
Mensen realiseren zich niet genoeg hoe verslavenden gevaarlijk de sigaret precies is. Nicotineverslaving is een van de ergste verslavingen die er is. De kick die iemand krijgt van nicotine is echter niet gedragsontregelend. Dit staat in geen enkele verhouding tot de gezondheidsgevolgen van roken. De gebruiker zou hier absoluut tegen beschermd moeten worden. De verslaafde roker beseft bovendien onvoldoende dat hij verslaafd is. Dit zal zeker ook beïnvloed zijn door het uitblijven van een soort van gedragsverandering na het gebruik van een sigaret. Het gevolg is wel dat de roker niet snel door zijn sociale omgeving wordt aangesproken om bijvoorbeeld niet tijdens zijn werk te roken. Roken maakt je met andere woorden, qua gedrag, niet asociaal. Dit is uiteraard niet bevorderlijk voor het indalen van het besef dat een sigarettenverslaving een zeer serieuze, zo niet een van de ernstigste verslavingen is.
Is het mogelijk dat dit een eerste stap is, in die zin dat de ‘grote marktspelers’ bij succes sneller ter verantwoording zullen worden geroepen, ook op andere terreinen? Aan welke terreinen denkt u dan zoal?
Ik denk het niet. Manipulatie door de tabaksindustrie is veel listiger en verfijnder dan de manipulatie van bijvoorbeeld de alcoholindustrie. De alcoholindustrie zet namelijk netjes op de zijkant van de flesjes hoeveel alcohol er in zit. De alcoholpercentages liegen niet, suiker blijft suiker. Iedereen weet waar hij aan toe is bij suiker. Alles is verslavend, maar die industrieën liegen er niet over.
* Jordy Esschendal en Daniël Huijboom zijn bachelorstudent Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Amsterdam.
[2]Intussen heeft het OM dus de beslissing genomen om de zaak te seponeren. Voor de beslissing van het OM zie: www.om.nl/actueel/nieuwsberichten/@102218/verder-onderzoek/.
[3]Intussen heeft het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis zich aangesloten bij de aangifte, net zoals een aantal andere zorginstellingen. Zie voor een compleet overzicht: www.sickofsmoking.nl/rechtzaken/aangifte-tabaksindustrie-aangevers.
[4]Zie voor een verdere uitwerking van de genoemde praktijken het artikel van Laura Maaskant. ‘De Sjoemelsigaret’.
[5]Hier wordt gedoeld op HR 14 juni 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT1801.
Leave a Comment