Taalgebruik van rechters in vonnissen
Heleen de Rijk*
In 2016 is door De Rechtspraak de Klare TaalBokaal geïntroduceerd.[1]Met de bokaal wordt ‘klare taal’ gestimuleerd onder rechters. De prijs wordt gegeven aan de rechter die het meest begrijpelijke vonnis heeft geschreven. Volgens de jury van de Klare TaalBokaal, bestaande uit rechters en journalisten, is een begrijpelijke uitspraak een vonnis dat helder en duidelijk is geschreven en niet te veel moeilijke termen bevat.[2]Een gewone burger moet het vonnis kunnen begrijpen. De bokaal dient als stimulans voor begrijpelijke vonnissen. De Klare TaalBokaal is zeker een mooie aanmoediging, nu nog vaak vonnissen verschijnen die voor een leek moeilijk leesbaar zijn. In dit artikel wordt zowel ingegaan op de achtergrond als de oorzaken van het probleem, om vervolgens enkele oplossingen voor dit probleem te bespreken.
Een oud fenomeen
Al in de 19eeeuw werd geschreven over de begrijpelijkheid van vonnissen.[3]Het weekblad Paleis van Justitieprobeerde rechtspraak te verduidelijken voor het grote publiek. Over het succes van het weekblad verschillen de meningen. De doelgroep zou alleen de ‘beschaafde burger’ zijn, niet het gewone publiek. Succesvol of niet, het is een van de eerste pogingen om rechtspraak begrijpelijker te maken voor leken. De begrijpbaarheid van vonnissen wordt in onze huidige tijd onder de aandacht gebracht door onder andere Judge Joyce. Als bestuursrechter zet zij zich via social media in voor begrijpelijkere vonnissen.[4]Nu de begrijpelijkheid van vonnissen zo in het nieuws is, is De Rechtspraak met een aantal ideeën ter verbetering gekomen. Zo is de eerder besproken Klare TaalBokaal geïntroduceerd en is binnen het strafrecht het concept Promis tot stand gekomen. Een Promis-vonnis wordt via de Promis-methode opgesteld. Het vonnis dient in duidelijk Nederlands geschreven te zijn. De motivatie van de rechter dient daarnaast begrijpelijk te zijn. De resultaten zijn goed. Rechters zijn positief over het gebruik en de vonnissen worden beter begrepen door het publiek dan ‘klassieke’ vonnissen.[5]
Verschillende oorzaken voor het probleem
Waarom is taal zo belangrijk voor juristen? Het werk van een jurist bestaat voor een groot deel uit redeneren, argumenteren en formuleren. Zo moet de rechter zijn vonnis schrijven en voeren de advocaat en officier van justitie respectievelijk hun verdediging en requisitoir.
Rechters hebben hun eigen vaktaal, ook wel bekend als jargon. De vaktaal is een taalvariëteit, een variant van de algemene taal. De rechtstaal bevat een aantal termen die in onze algemene taal niet voorkomen en aan leken moeten worden uitgelegd.[6]Naast jargongebruik kan ook de formulering van de rechter voor onduidelijkheid zorgen. Rechters hebben een voorkeur voor lijdende en lange zinnen met veel bijzinnen. Een zin van 83 woorden is geen uitzondering.[7]Daarnaast worden constructies gebruikt waarin de persoonsvorm wordt weggelaten. Een voorbeeld hiervan is ‘de Rechtbank heeft bij haar vonnis waarvan beroep, de vordering afgewezen’.[8]Een volgende oorzaak die de begrijpelijkheid bemoeilijkt, is de dubbele betekenis van sommige woorden. ‘Het middel’ heeft in de algemene taal een andere betekenis dan in de rechtstaal. In het recht is ‘het middel’ in cassatie een argument voor vernietiging van een eerder arrest.[9]Ook beknopte bijzinnen en tangconstructies kunnen de leesbaarheid van een vonnis bemoeilijken. [10]Een tangconstructie is een zinsconstructie waarin zinsdelen die bij elkaar horen, uiteen zijn geplaatst. Een voorbeeld hiervan is: ‘Hij leidde de politici de hele tijd om de tuin.’ Als de tang ‘te groot’ is, doordat er veel bepalingen tussen de constructie zijn geplaatst, kan dit de leesbaarheid bemoeilijken.[11]
Waarom kiest een rechter dan voor zulk moeilijk taalgebruik? Voor juristen, waaronder dus de rechter, is het gebruik van jargon een prestigekwestie. Een jurist wil zich met zijn taalgebruik onderscheiden van niet-juristen. Juristen zouden een elitair volkje zijn.[12]De houding van een rechter kan dus zijn woords- en zinkeuze beïnvloeden.
Ethos speelt ook een grote rol bij de formulering van de rechter. De rechter moet deskundig en deugdzaam overkomen. Zijn uitspraak is namelijk bindend voor partijen. Met jargongebruik kan hij zijn geloofwaardigheid vergroten. Iemand die zulke moeilijke termen gebruikt moet wel verstand hebben van het onderwerp, is de opvatting.
De rechter in een spagaat
Het is dus aan de rechter om het probleem van partijen te vertalen in de taal van het recht. In een ideaal geval schrijft de rechter een helder vonnis dat begrijpelijk is voor de gewone burger en dat juridisch gezien sterk is. Helaas is dit in de praktijk niet zo makkelijk. Bij het schrijven van een tekst moet de rechter met verschillende zaken rekening houden. Zo moet zijn tekst niet te lang zijn, niet teveel jargon bevatten, maar moet de tekst wel gezaghebbend zijn en dus niet in bijvoorbeeld straattaal zijn opgesteld.
“Je n’ai fait celle-ci plus longue que parce que je n’ai pas eu le loisir de la faire plus courte” – Blaise Pascal (1657).[13]
Pascal gaf het meer dan 400 jaar geleden al aan. Het is makkelijker om uitgebreid over iets te schrijven. Een kortere tekst schrijven vergt meer inspanning. Voor een rechter is het eenvoudiger een lange, complexe tekst te schrijven, dan een korte simpele. Naast dat het moeilijker is om een kort vonnis te schrijven, kost het uitleggen van vaktermen tijd.[14]De uitleg van een vakterm kan zo een alinea in beslag nemen. Dat gaat ten koste van de efficiëntie. Bovendien is het de vraag of de moeilijke kwesties wel in eenvoudige taal kán uitgedrukt kunnen worden. Jargon is tenslotte efficiënt voor juristen onderling. Het gebruik van vaktermen in onderling verband voorkomt lange omschrijvingen van het onderwerp. Daarnaast is er de eerder besproken ethos. De rechter moet geloofwaardig overkomen, want partijen zijn gebonden aan zijn uitspraak. Hij is namelijk een gezagsdrager en moet professioneel overkomen. Zo belandt de rechter in een spagaat. Aan de ene kant staat de begrijpelijkheid van het vonnis en aan de andere kant staan zowel ethos als efficiëntie.
Voorbeelden uit de praktijk
Gekeken is naar taalgebruik van rechters in civielrechtelijke vonnissen. Hiervoor is gekozen, omdat er, in tegen stelling tot het strafrecht, nog geen concept als Promis bestaat.
De eerste overweging komt uit een vonnis van Rechtbank Rotterdam van 14 april 2017.[15]“Daaruit blijkt overduidelijk dat [eiser] het niet eens is met de vastgestelde zorgregeling, dat [eiser] vindt dat de kinderen (voorlopig) niet verplicht moeten worden om naar [gedaagde] te gaan en niet van plan is om te goeder trouw uitvoering aan de beschikking te geven.”[16]
De overweging is een opsomming van meerdere constateringen door de rechter. In dit geval bemoeilijkt het einde van de zin de leesbaarheid: ‘en niet van plan… te geven’. Niet wordt geëxpliciteerd naar wie wordt verwezen, wat verwarring kan opleveren. In het vonnis worden ook vaktermen als ‘executiegeschil’ en ‘verkapt appel’ gebruikt. Dit zijn geen alledaagse begrippen en kunnen onduidelijkheden oproepen.
Het tweede voorbeeld komt uit een vonnis van Rechtbank Oost-Brabant van 15 september 2017.[17]“Onder de gegeven omstandigheden, waarbij het voor Prionet kenbaar was dat het beslag voor een bedrag van € 1.500.000,00 doel had getroffen voor een vordering van Prionet van € 17.180,00 en Prijsvrij onder grote druk stond om het beslag zo spoedig mogelijk opgeheven te krijgen, heeft Prionet door niet (tijdig) te bevestigen dat het beslag zou worden opgeheven bij het stellen van een bankgarantie, onrechtmatig gehandeld jegens Prijsvrij.”[18]Deze zin is een voorbeeld van een complex geformuleerde zin. De rechter ‘propt’ een volledige bijzin tussen ‘onder de gegeven omstandigheden’ en ‘onrechtmatig gehandeld jegens prijsvrij’. De lezer moet moeite doen om de volledige zin in één keer te snappen.
Hoe moet het wel?
Een voorbeeld van een leesbaar vonnis is een vonnis van Rechtbank Oost-Brabant van 13 augustus 2016.[19]Dit vonnis was vorig jaar genomineerd voor de Klare TaalBokaal. Duidelijk wordt uitgelegd waarom de gedaagde vrouw niet hoeft mee te werken aan een scheiding uitgevoerd volgens islamitisch recht, die was gevorderd door de man. De rechter formuleert helder en maakt geen gebruik van moeilijke zinsconstructies: “De rechtbank stelt vast dat uit dit debat tussen partijen blijkt dat zich hier – anders dan in soortgelijke gevallen in de jurisprudentie – geen botsing van grondrechten voordoet. De man poneert als enige inhoudelijke verweer tegen de vordering immers het beweerdelijke terugvorderingsrecht van de bruidsgift. De man beroept zich – anders dan de vrouw – niet op enig grondrecht en in zoverre is van een botsing van grondrechten in deze zaak geen sprake.” [20]Met deze redenering geeft de rechter beknopt en helder zijn beslissing aan. Daarnaast heeft hij weinig juridische vaktermen opgenomen en staan er geen onnodige bijzinnen in het vonnis. De laatste zin die wel wat langer is, is in begrijpelijke taal geschreven.
De toekomst
Het is van belang dat vonnissen begrijpelijk zijn voor eenieder. Hoe kan iemand een vonnis gehoorzamen dat hij slecht begrijpt? Momenteel worden nog niet alle vonnissen op een heldere en duidelijke manier geschreven. Door De Rechtspraak is nog geen duidelijke richtlijn met betrekking tot vonnissen ontwikkeld en er is nog niet op grote schaal empirisch onderzoek gedaan naar oplossingen voor het probleem. Wat al wel gezegd kan worden is dat een rechter bijhet schrijven van zijn vonnis rekening moet houden met zowel de lengte van zijn zinnen, zijn jargongebruik als dehiërarchie.Rechters moeten uiteindelijk een middenweg vinden tussen het vonnis op een begrijpelijke manier schrijven en de juridische context behouden. Er gaat extra tijd van rechters gevraagd worden, maar het uiteindelijke doel dat hiermee gediend wordt, is groot.
*Heleen de Rijk is bachelorstudente Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Amsterdam.
[1]‘Klare taal bij Rechtbank Amsterdam’(http://www.mr-online.nl/klare-taal-rechtbank-amsterdam), (laatst geraadpleegd op 15 april 2018).[3]C.J.H. Jansen, ‘Popularisering van het recht in Nederland – enige beschouwingen over de kloof tussen recht en volk in het laatste kwart van de 19e en in het begin van de 20e eeuw.’Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, Vol. 63, Issues 1-2 (1995), p. 119-142.
[4]Zie het interview op pagina X (Samantha: invullen!).Verder: M. Haenen, ‘Judge Joyce verspreidt het recht via Twitter’. (https://www.nrc.nl/nieuws/2013/09/09/judgejoyce-verspreidt-het-recht-via-twitter-1292180-a638787), (laatst geraadpleegd op 17 april 2018).
[5]L. de Groot -Van Leeuwen, M. Laemers & I. Sportel ‘Het vonnis beter uitgelegd? Maatschappelijke effecten van beter motiveren in de strafrechtspraak.’ (https://www.rechtspraak.nl/SiteCollectionDocuments/Research-Memorandum-2015-2-Promis.pdf) (laatst geraadpleegd op 17 april 2018).
[6]J. Gerits. Betere taal: meer recht. Handboek rechtstaalbeheersing.Uitgeverij Acco: 1999, p. 8.
[8]Ontleend aan: H.J. Plug. In onderlinge samenhang bezien. De pragma-dialectische reconstructie van complexe argumentatie in rechterlijke uitspraken. Amsterdam: in eigen beheer (2000).
[9]J. Gerits. Betere taal: meer recht. Handboek rechtstaalbeheersing. Uitgeverij Acco: 1999, p. 17.
[11]Een vaak voorkomende tangconstructie is de overwegende stijl: ‘overwegende dat’, ‘gelet op’.
[12]M. Van Wel (2012). ‘Hoe rechters denken.’Law & Method januari, 2012, p. 46.
[13]Letterlijk vertaald: “Ik heb dit zo lang gemaakt, omdat ik de tijd niet had het korter te maken.”
[14]A. Verburg. ‘De rechter tussen straattaal en jargon: op weg naar begrijpelijke uitspraken’Ars Aequi 2018/2.
[15]Rb. Rotterdam 14 april 2017, ECLI:RBROT:2017:3251.
[17]Rb. Oost-Brabant 15 september 2017, ECLI:NL:RBOBR:2017:4867.
[19]Rb. Oost-Brabant 13 augustus 2016, ECLI:NL:RBOBR:2016:4140.
Leave a Comment